Kasteel Boxmeer

Adres: Veerstraat 49 te Boxmeer
Ontstaan: Het kasteel werd in de dertiende eeuw gebouwd op een eiland in een dode Maasarm.

Geschiedenis: Vanuit het kasteel werd er tol geheven op de Maas. Dit leidde tot de vernietiging van het kasteel in 1285. Een tweede verwoesting vond plaats in 1366, en in 1572 liet de hertog van Alva het huis voor de derde keer neerhalen.
Begin zeventiende eeuw werd het huis herbouwd en uitgebreid. Daarna trad het verval in. In 1759 begon men met de restauratie, maar een aantal gebouwen werden gesloopt omdat herstel niet meer mogelijk was. In 1780 werd de rest van het huis neergehaald op een woonvleugel na. Deze werd aan weerszijden voorzien van twee identieke barokpaviljoens. Vanwege grote verzakkingen werd het grootste gedeelte begin negentiende eeuw weer afgebroken. Het linkerpaviljoen en een gedeelte van het middenstuk bleven bewaard. In dit laatste bevindt zich de ridderzaal met een prachtig stucplafond. In het overgebleven paviljoen springt het indrukwekkende trappenhuis in het oog.

Bewoners: Het eerste kasteel werd gebouwd door Jan Bok op een eiland in een meer; vandaar: Boxmeer. In het stucwerk in het kasteel vindt men deze bok nog terug. Jan Bok was een Gelders edelman, gunsteling van de graaf van Gelre. De Dordtse kooplui die de Maas bevoeren moesten tol betalen aan de kasteelheer, dit in tegenstelling tot gemaakte afspraken. De kooplieden riepen de hulp in van Floris V van Holland, wat leidde tot de eerste verwoesting.
In 1365 kocht hertog Wenceslaus van Brabant kasteel en heerlijkheid Boxmeer van erfdochter Johanna. Maar omdat hij zich met geweld meester van het kasteel had moeten maken, werd het kasteel voor straf verwoest. Nadat Johanna en haar echtgenoot Peter van Culemborg trouw gezworen hadden aan de hertog, kregen ze de heerlijkheid in erfleen terug. Ze kregen toestemming het kasteel te herbouwen, mits het ‘open huis’ bleef voor de hertog.
Inmiddels was de heerlijkheid in bezit gekomen van de Van Culemborgs. In 1506 huwde Anna van Culemborg met graaf Willem van den Bergh en zij vestigden zich op Huis Bergh te ‘s-Heerenberg, waardoor Boxmeer leeg kwam te staan.
Floris van Egmond, graaf van Buren, vestigde zich in 1533 als pandheer op Boxmeer. Hij restaureerde het huis en liet het versterken. De pandsom werd afgelost door een kleinzoon van Anna en Willem, Willem IV, die getrouwd was met Maria van Nassau, zuster van Willem van Oranje. Zij behoorden tot de leiders van de opstandige edelen aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog, die genoodzaakt waren naar Duitsland te vluchten toen de hertog van Alva kwam om de opstand neer te slaan. Het resultaat hiervan was het verbeurd verklaren van de goederen en de verwoesting van het kasteel.
In 1712 kwam het graafschap via vererving in handen van Maria Clara van Hohenzollern-Sigmaringen, zuster van de laatste graaf van Bergh, die het in beheer kreeg voor haar kleinzoon Frans-Willem. Op negenjarige leeftijd volgde diens zoon Johan Baptist, bijnaamd ‘de dolle graaf’ hem in 1737 op.
Na zijn opleiding in Parijs en Salzburg keerde hij in 1747 getrouwd en wel in Boxmeer terug. Voor hij zijn vrouw trouwde kende hij haar alleen van een portret en dat huwelijk werd dan ook geen succes. Hij wilde zijn vrouw op een gegeven moment inruilen tegen de echtgenote van jonkheer Frans de Raet, drost van Boxmeer. Een plan om de jonker vermomd als boerin te vermoorden werd verijdeld, en toen hij op een avond in volle wapenuitrusting het echtelijk bed instapte, was zijn vrouw het zat en ging ervandoor om nooit meer terug te komen. Na verschillende andere waanzinnige daden werd hij opgesloten. Hij stierf in 1781 na vijfentwintig jaar gevangenschap.
Jonkheer Leopold van Sasse van Ysselt kocht het bouwvallige kasteel in 1806 en liet het grootste gedeelte slopen.
De laatste particuliere eigenaar, mr. A. Sassen verkocht in 1897 het huis aan de zusters van Julie Postel. Tot 1966 in gebruik als ziekenhuis, daarna werd het verpleeghuis.

Huidige doeleinden: Sinds 1988 doet het huis dienst als representatief deel van een bejaardenoord voor religieuzen en proviciaal moederhuis van de congregatie van de zusters van Julie Postel.
Toegankelijkheid: Het kasteel is op aanvraag te bezichtigen. In de kelders is een museum dat op gezette tijden geopend is.

Overzicht