Huis Wolfswinkel

Adres: Waterhoef 2 te Nijnsel (de Waterhoef).
Ontstaan: Het goed bestond al in de veertiende eeuw.

Geschiedenis: Volgens een veertiende-eeuwse beschrijving bestond het goed uit een slotje, een watermolen op de Dommel en twee hoeves: de grote hoeve van Wolfswinkel, de tegenwoordige Waterhoef, en de kleine hoeve of neerhof. In 1604 werd de heerlijkheid verdeeld in twee leengoederen. De watermolen werd een apart leengoed. Het slotje was al in de eerste helft van de vijftiende eeuw verdwenen. In de twintigste eeuw heeft men gepoogd de watermolen onder te brengen in het Openluchtmuseum bij Arnhem, wat echter mislukte, en de molen werd uiteindelijk afgebroken.

Bewoners: De oudst bekende eiganaar was Agnes van Wolfswinkel; zij komt voor in de veertiende eeuw. Haar zoon Colen van Dijnter erft het goed. Vervolgens geeft hertogin Johanna de heerlijkheid in leen aan Geerke en Emont van Dijnter. In 1450 is de familie Roesmont in het bezit. Daarna volgen de families Coensborch en Molenpas. In de zestiende en zeventiende eeuw komen we de families Huyoel, Bogaers, De Cocq, Van Broekhoven en Thielemans tegen. In 1604 wordt de molen losgemaakt van het goed en verkocht aan Coenraedt Jan Adriaens.

Huidige doeleinden: Het enig overgebleven deel van Wolfswinkel is de waterhoef, welke als boerderij in gebruik is.
Toegankelijkheid: De hoeve is niet bezichtigen, maar vanaf de weg vanuit de verte te zien.

Overzicht